Röntgendiffractie (XRD).

Toepassing van smallere en klamp verwerkte metselbakstenen.

Kwantitatieve mineralogische analyse met XRD.

Röntgendiffractie (XRD) wordt bij TCKI al jaren ingezet voor de identificatie van kristallijne materialen. Deze materialen worden gekenmerkt doordat de atomen waaruit zij bestaan, zijn gerangschikt in een repeterend patroon, het kristalrooster. De afstanden tussen denkbeeldige vlakken in deze structuur is kenmerkend voor specifieke mineralen. Met röntgendiffractie wordt een beeld verkregen van de verdeling van deze vlakken in de kristalstructuur, hetgeen de basis vormt voor identificatie.

De techniek wordt breed ingezet voor bijvoorbeeld:

  1. Onderzoek naar en de identificatie van (ongewenste) verkleuringen
  2. Onbekende (bouw)materialen of reactieproducten van allerhande processen
  3. De interne controle van kleien en toeslagstoffen
  4. Het bepalen van de hoeveelheid amorfe (niet-kristallijne) verbindingen in een materiaal

Hierbij bestaat de mogelijkheid om zowel volledige producten als zeer kleine hoeveelheden materiaal te analyseren. Naast analyses bij kamertemperatuur, kan onderzoek worden gedaan naar mineraalomzettingen op hoge temperatuur met behulp van hoge temperatuur röntgendiffractie (HT-XRD).

TCKI beschikt nu over de mogelijkheid om kristallijne verbindingen met behulp van (HT-)XRD niet alleen te identificeren, maar daarnaast ook te kwantificeren. Dit wordt gedaan door het uitvoeren van modelberekeningen, waarin de kristalstructuur van de geïdentificeerde mineralen een belangrijk gegeven is. Bij het uitvoeren van de berekeningen worden individuele diffractogrammen van geïdentificeerde mineralen berekend en in variërende verhoudingen gecombineerd, totdat het gecombineerde diffractogram exact overeenkomt met het gemeten diffractogram.

Door deze benadering hoeven geen standaarden te worden gebruikt en kunnen niet alleen eenvoudige maar ook meer complexe materialen zoals kleien worden geanalyseerd. De techniek is hiermee breed inzetbaar. Kwantitatieve mineralogische analyse zal in het bijzonder goed inzetbaar zijn bij onderzoek naar de aard en samenstelling van onbekende (bouw)materialen, interne kwaliteitscontrole en ‘Research & Development’ in het algemeen.

Voor meer inlichtingen kunt u contact opnemen met Stan Aben.

Wij helpen u graag verder.

Stan Aben MSc

Hoofd afdeling Technologie

Toepassing van smallere en klamp verwerkte metselbakstenen.

Er is een trend waarneembaar in het vaker verwerken van smallere (tot 65 mm) stenen en het klamp verwerken (65 of 50 mm) van metselbakstenen. Deze trend is in lijn met de wens naar dematerialisatie en is tevens ingegeven door architecten op basis van een esthetische keuze.

Naast aanpassing van het aantal (en lengte) van de spouwankers is het nodig dat het metselwerk blijft voldoen aan de eisen vastgelegd in de Eurocodes voor metselwerk. Het is met name een uitdaging om voldoende buigtreksterkte te behouden. Dit kan getest worden met 4-lijns buigproeven. In de meeste gevallen blijkt een standaard metselmortel onvoldoende hechting te geven. Het gebruik van een lijmmortel is in die gevallen vaak een oplossing. Echter, de eisen voor het verwerken van de stenen nemen ook toe. Er dient meer rekening te worden gehouden met de weerscondities, en de maximale stapelhoogte die op dat moment toelaatbaar is. Tevens is het doorstrijken van de mortel in de meeste gevallen noodzakelijk.

Meer dan voorheen is het vooraf testen van het metselwerk op voldoende sterkte noodzakelijk, om problemen bij toepassing te voorkomen. TCKI kan hierbij ondersteunen. Voor meer inlichtingen kunt u contact opnemen met Ronny Lugtenberg.

Wij helpen u graag verder.

dr. ir. Ronny Lugtenberg

Directeur

Vloerstroefheidsmetingen EN 16165 en NEN 7909.

Zoals waarschijnlijk bekend is er een Europese norm EN 16165 waarin een drietal meetmethoden/meetprincipes voor het bepalen van de stroefheid wordt beschreven. Het betreft de pendulum- of slingerproef, de bepaling van de dynamische wrijvingscoëfficiënt en de schuinvlak methode. De norm is vanaf november 2021 van kracht en TCKI heeft hier actief aan meegewerkt. Tevens gaan we hier de accreditatie voor aanvragen.

Op dit moment is gestart met de organisatie van een ringonderzoek in Europa waarbij de meetonzekerheid (reproduceerbaarheid) van de drie meetmethoden uit EN 16165 nader in beeld zal worden gebracht. TCKI zal ook hier een rol in spelen. Nadat deze meetonzekerheden bekend zijn, zullen deze worden opgenomen in de eerste revisie die in 2026 is gepland.

EN 16165 beschrijft alleen meetmethoden maar bevat geen grenswaarden. In Nederland zijn grenswaarden opgenomen voor de slipweerstand van ‘beloopbare oppervlakken’ in NEN 7909. Deze norm is in december 2022 gereviseerd en bijgewerkt naar aanleiding van de vrijgave van EN 16165. De grenswaarden voor de dynamische wrijvingscoëfficiënt hebben betrekking op vloeren in een ‘beoogd droge toepassing’, een ‘beoogd natte toepassing’ en in zwembaden. De metingen worden daarbij uitgevoerd met de tribometer zoals beschreven in EN 16165. Met name voor metingen in zwembaden zijn wijzigingen in de uitvoer aangebracht.

Voor meer inlichtingen kunt u contact opnemen met Rob Mentink en Marco Bouwman.

Wij helpen u graag verder.

ing. Rob Mentink

Hoofd afdeling Techniek

Marco Bouwman

Dagelijkse leiding Laboratorium